Toevoegen aan mand  

 zoekresultaat

Romanisering van rurale gemeenschappen in de civitas Batavorum

AuteurHeeren S.

Editor--

Jaar2009

PublicatietypeBoek

SerieNederlandse Archeologische Rapporten NAR

Volume36

SubtitelDe casus Tiel-Passewaaij

Pagina’s364

UitgeverRijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek

PlaatsAmersfoort

ISBN9789057991387

Citation key--

Trefwoorden--

Plaatsgegevens

Exemplaar76106 ReknummerT-16-5-c

Inhoud
Inleiding . Algemeen 1-3
  • Algemeen thema en doel van het onderzoek , p. 1
  • Geografische en chronologische inkadering , pp. 1-2

Inleiding . Romanisering: clumsy tool of onmisbaar concept? 3-16
  • Het gebruik van de term romanisering in vogelvlucht , pp. 3-5
  • Belangrijke onderwerpen van het romaniseringsdebat , pp. 6-12
  • Alternatieven voor romanisering , pp. 12-14
  • Naar een hernieuwde invulling , pp. 14-16

Inleiding . Lokale gemeenschappen 16-17

Inleiding . Geschiedenis van de archeologie van rurale nederzettingen 17-26
  • De eerste visies op het Bataafse verleden , p. 18
  • Het begin van het gravende onderzoek: op zoek naar de 'Bataafse hut' (1904-1960) , pp. 19-20
  • De ontdekking van de huisvormen in het rivierengebied (1960-1985) , pp. 21-23
  • De karakterisering van het rurale landschap (1985-heden) , pp. 23-26

Het archeologisch onderzoek . Geschiedenis van het onderzoek 27-32

Het archeologisch onderzoek . Vraagstellingen en opgravingsstrategie 33-36
  • Vragen met betrekking tot het grafveld , pp. 33-34
  • Vragen met betrekking tot het Tielse onderzoek in het algemeen , pp. 34-35
  • Vragen met betrekking tot de nederzetting aan de Passewaaijse Hogeweg , pp. 35-36

Structuur en ontwikkeling van de bewoning . Methoden van datering en fasering 38-48
  • 14C-dateringen , pp. 38-39
  • Stratigrafie , p. 39
  • Vondstmateriaal , pp. 39-43
  • Oversnijdingen , p. 43
  • Oriëntatie , pp. 43-44
  • 'Nearest neighbour' , pp. 44-45
  • Ontwikkelingen in de architectuur van woonstalhuizen , pp. 45-47
  • Associatie , p. 48

Structuur en ontwikkeling van de bewoning . De fasering 49-74
  • Perioden I, II en III , pp. 49-50
  • Fase 1 (ca. 150-80 v. Chr.) , pp. 50-52
  • Fase 2 (ca. 60 v. Chr. - 50 n. Chr.) , pp. 52-56
  • Fase 3 (ca. 40-150 n. Chr.) , pp. 56-63
  • Fase 4 (ca. 150-220 n. Chr.) , pp. 63-67
  • Fase 5 en 6 (ca. 210-270n n. Chr.) , pp. 68-70
  • Fase 7 en 8 (ca. 270-450 n. Chr.) , pp. 71-74

Structuur en ontwikkeling van de bewoning . Overige vindplaatsen in de microregio 74-79
  • Nederzetting Hogeweg/Zennewijnenseweg , pp. 74-75
  • Grafveld Kruisstraat , pp. 75-77
  • Nederzetting Uiterwaard , pp. 78-79

Een demografische reconstructie van de lokale gemeenschap 81-93
  • Leeftijds- en geslachtsverdeling van de gehele populatie , pp. 81-83
  • Leeftijds- en geslachtsverdeling per fase , pp. 83-85
  • De omvang van de grafveldpopulatie , pp. 85-89
  • De omvang van de nederzettingspopulatie , pp. 90-91
  • Conclusies aangaande de grootte van de lokale bevolking , pp. 91-93

Sociale, culturele en economische interpretaties van materiële cultuur . Vondstcategorieën en hun interpretatie 97-162
  • Handgevormd versus gedraaid aardewerk , pp. 97-106
  • Serviezen van aardewerk en glas , pp. 106-112
  • Keramische objecten , pp. 112-118
  • IJzeren werktuigen , pp. 118-120
  • Militaria en paardentuig , pp. 120-126
  • Bronzen zegeldoosjes en gewichten , pp. 126-128
  • Sleutels en slotonderdelen , pp. 128-131
  • Godenbeeldjes , pp. 131-134
  • Toiletgerei , pp. 134-138
  • Munten , pp. 139-141
  • Vingerringen , p. 141
  • Haarnaalden , pp. 141-143
  • Armbanden , pp. 143-147
  • Fibulae , pp. 147-153
  • Huisplattegronden , pp. 153-162

Sociale, culturele en economische interpretaties van materiële cultuur . Materiële cultuur, eigen identiteit en contacten met de Romeinse wereld 162-166
  • Zelfvoorziening versus productie voor de markt , p. 162
  • Verspreidingsmechanismen , pp. 162-164
  • Verschillen grafveld-nederzetting: de aard van het grafritueel , pp. 164-165
  • Materiële cultuur en romanisering , pp. 165-166

De agrarische productie . Veestalling en archeozoölogie 168-176
  • Woonstalhuizen , pp. 169-171
  • Archeozoölogie: de samenstelling van de veestapel door de tijd heen , pp. 171-172
  • Bijgebouwen met stalfunctie , pp. 172-173
  • Conclusies aangaande de veehouderij , pp. 173-176

De agrarische productie . Graanschuren en archeobotanie 176-183
  • Bijgebouwen als graanopslag , pp. 176-179
  • Verkoold graan uit de paalkuilen van bijgebouw 47 , pp. 179-180
  • Een rekenmodel voor graanproductie, eigen behoefte en surplus , pp. 180-183

De agrarische productie . Het natuurlijke landschap rondom de nederzettingen 183-184

De agrarische productie . Een consumptieperspectief 184-185

De agrarische productie . Rurale surplusproductie en markten 185-187

De agrarische productie . Synthese van de lokale en provinciale economie 187-192
  • Ontwikkelingen in de lokale economie , pp. 187-190
  • De economie op lokaal en provinciaal niveau , pp. 190-192

Een intra- en interregionale vergelijking van rurale vindplaatsen 193-223
  • Tiel-Passewaaij vergeleken met andere rurale vindplaatsen in het Bataafse gebied , pp. 193-216
  • Tiel-Passewaaij vergelekenn met vindplaatsen in aangrenzende regio's , pp. 216-221
  • Relaties tussen rurale gemeenschappen en centrale plaatsen , pp. 221-223

Sociale, culturele en economische aspecten van de Bataafse rurale bewoning . Huis- en nederzettingsvormen 225-227

Sociale, culturele en economische aspecten van de Bataafse rurale bewoning . De structuur van lokale gemeenschappen 227-228

Sociale, culturele en economische aspecten van de Bataafse rurale bewoning . Chronologie van bewoning in het rivierengebied 228-231
  • Aanvang van de bewoning , pp. 228-229
  • Het einde van de bewoning in de 3e eeuw , pp. 229-230
  • Opnieuw bewoning in de laat-Romeinse tijd , pp. 230-231

Sociale, culturele en economische aspecten van de Bataafse rurale bewoning . Het grafritueel 231-235
  • De Late IJzertijd en eerste decennia van de Romeinse tijd , pp. 231-232
  • De 1e eeuw n. Chr. en midden-Romeinse tijd , pp. 232-235
  • De laat-Romeinse tijd , p. 235

Sociale, culturele en economische aspecten van de Bataafse rurale bewoning . Zelfvoorziening versus een geïntegreerde economie 236-241
  • De relatie tussen nederzettingsvormen en de aad van de rurale economie , p. 236
  • Handgevormd aardewerk als indicator voor zelfvoorziening , pp. 236-237
  • Spiekers, horrea en stallen , pp. 237-238
  • Verkavelingsgreppels , pp. 238-239
  • De schaal van de rurale surplusproductie , pp. 240-241

Sociale, culturele en economische aspecten van de Bataafse rurale bewoning . Greppelsystemen, Romeinse belastingen en landbezit 241-250
  • Romeinse overheidsfinanciën , pp. 241-242
  • Centuriatie en andere vormen van landverkaveling , pp. 242-243
  • Greppelsystemen in het rivierengebied , pp. 243-246
  • Lokaal initiatief of door de Romeinse overheid opgelegd? , pp. 246-247
  • Historische inkadering , pp. 247-249
  • Conclusie grondbezit en belastingen , pp. 249-250

Sociale, culturele en economische aspecten van de Bataafse rurale bewoning . Sociale aspecten van Bataafse rurale gemeenschappen 250-252
  • Military families , pp. 250-251
  • Gender: de absentie van vrouwen in (historische) bronnen , pp. 251-252

Sociale, culturele en economische aspecten van de Bataafse rurale bewoning . Materiële cultuur en romanisering 252-256
  • Veteranen , pp. 252-253
  • Lezen, schrijven en rekenen , p. 253
  • Lichaamsverzorging , p. 253
  • Kleding en sieraden , pp. 253-254
  • Eten en drinken , pp. 254-256

Een specifiek romaniseringstraject: Bataafse manieren van Romeins zijn . Een herformulering van romanisering als concept 257-258

Een specifiek romaniseringstraject: Bataafse manieren van Romeins zijn . De chronologie van romanisering in het Bataafse gebied 258-262
  • (Dis-)continuïteit vanuit de Late-Ijzertijd: de situatie van ca. 60 tot 15 v. Chr. , p. 258
  • De periode van keizer Augustus tot in de vroeg-Claudische tijd (ca. 19/16 v. Chr. tot 40/50 n. Chr.) , pp. 258-259
  • De Claudisch-Neroonse en vroeg-Flavische periode (ca. 40-90 n. Chr.) , pp. 259-260
  • De laat-Flavische periode en adoptiefkeizers (ca. 90-150 n. Chr.) , pp. 260-261
  • Vanaf de vroege 2e eeuw: politieke, sociale en economische integratie , p. 262

Een specifiek romaniseringstraject: Bataafse manieren van Romeins zijn . Bataafse manieren van Romeins zijn 263-264
Toevoegen aan mand  

 zoekresultaat